Zelf een mast maken

Een goede mast is belangrijk om je Vrijheid goed laten varen. Met een te slappe mast zal je niet de spanning op je verstaging kunnen houden. Hierdoor zal je voorlijk van de genua door gaan hangen en kan het achterlijk gaan scheppen. Ook zal door de mast buiging het lastig zijn het achterlijk van het grootzeil strak en dicht genoeg te houden. Vooral met meer wind zal je dit kunnen merken. Door de modernere zeil materialen wordt tegenwoordig met dikkere en stijvere masten gevaren dan vroeger. Vaar je nog met een oude en naar je gevoel te slappe mast, dan zou je die zelf relatief goedkoop zelf kunnen vervangen. Ik zal proberen uit de doeken te doen hoe. Ik ga uit van een behoorlijk dikke ronde mast zonder rail voor de gaffel. Je kunt hierop natuurlijk binnen de voorschriften variëren.

Wat heb je nodig:

  • Kopie klassen voorschriften en meetformulier!
  • Hout (ten minste 6 stuks 5000 x 90 x 15 mm uitgaande van 6 delen)
  • Lijm (voor ca. 2,5 m²!)
  • Lak

Gereedschap

  • Lijntje
  • Lijmtangen (heel veel!)
  • Schaaf
  • Zaag
  • Schuurmachine
  • Boormachine
  • Hulp voor het lijmen

Allereerst moet er natuurlijk hout komen. ; je zou kunnen zoeken naar de meest ideale houtsoort qua sterkte, gewicht en stijfheid; maar dat is een hele toer en de meningen zijn verdeeld wat “ideaal” is. In onze klasse worden onder andere spruce, vuren, oregon, douglas, grenen en essen gebruikt.

Ik heb zelf voor vuren gekozen omdat dit goedkoop bij een bouwmarkt te verkrijgen is en relatief goede eigenschappen heeft voor zijn gewicht. Gemakkelijk is dit niet omdat de kwaliteit vaak erg slecht is; lelijk krom met veel hars en knoesten. Grote kans dus dat je naar verschillende leveranciers moet alvorens je genoeg goed hout gevonden hebt. Ook zijn de planken die je kunt kopen soms niet van de goede afmetingen en te kort. Deze zullen dus aan elkaar moeten worden gelast en naar de gewenste afmetingen worden gezaagd en geschaafd. Dit laatste kan de lokale timmerman vaak goedkoop voor je doen. Koop je een ander houtsoort bij de betere houthandel dan kun je dit hier vaak meteen goed laten zagen en schaven.

Als je meerdere delen op lengte moet lassen dan is het zaak de lassen goed schuin te maken voor voldoende lijm oppervlak. Zelf heb ik ca. 1:10 gekozen. Om de planken schuin te schaven leg je ze het gemakkelijkst op elkaar en teken je dan één rechte lijn af zodat alle planken dezelfde schuinte hebben en goed gelijmd kunnen worden. Let goed op dat de gelijmde delen recht gelijmd worden. Als je de afgeschuinde delen op elkaar wilt lijmen hebben die zeker met de lijm er tussen de neiging van elkaar af te willen glijden als je de lijmtangen aandraait. Het is dus zaak de planken in de lengterichting goed te fixeren.

doorsneeVoor het lijmen kan naar keuze bijvoorbeeld epoxy, PU (bruislijm) of resorcinol lijm worden gebruikt. Volg wel goed de gebruiksinstructies; de mast wordt zwaar belast en het is essentieel een goede lijmverbinding tot stand te brengen. Een voordeel van epoxy is dat dit minder persdruk (lijmtangen) nodig heeft om goed te lijmen. Er zijn bovendien hele mooie thixotrope (dikkere) soorten verkrijgbaar.

Voordat je de delen op elkaar gaat lijmen moet je eerst kijken hoe je dat wilt gaan doen. Knoesten in verschillende planken bij elkaar op de zelfde hoogte is geen goed idee; dit zal een zwakke plek zijn waar de mast zou kunnen breken. Ook is het beter de “ringen” van het hout om en om tegen elkaar in te lijmen. Als je hebt bepaald hoe de planken gelijmd moeten worden dan moet je nog een vlakke ondergrond vinden om te zorgen dat de mast ook echt recht is. Pas op; niet elke vloer is recht! Dit kun je eenvoudig met een stukje vlieger draad testen. Dit span je over bijvoorbeeld de vloer met een vulstukje van 10 mm onder de einden. Is de ruimte tussen het lijntje en de vloer dan overal 10 mm dan is de vloer recht.

laminerenTijdens het lijmen wil je ook kunnen zien of de mast recht is. Dit kan met het zelfde lijntje worden gedaan door dit recht boven een lijmnaad te spannen en er langs te kijken. Probeer alles dan eerst een keer uit zonder lijm; dan gaat het daarna met lijm zeker goed. Let ook goed op dat de planken tijdens het lijmen samen een mooie haakse balk vormen en de randen zo gelijk mogelijk liggen. Het is het handigst hier een paar handen extra voor te hebben zeker als de lijm wat sneller droogt.

Om beschadigingen van het hout te voorkomen en om de lijm-druk beter te verdelen is het beter houtjes tussen de mastdelen en de lijmtang te doen. Doe hier een stuk plastic dozentape of huishoudfolie omheen om te voorkomen dat eventueel geknoeide lijm de houtjes aan de mast vastplakt. Hier heb je er dus heel veel van nodig.

geschaafdIs de mast eenmaal verlijmd dan moet de hier een rechte en haakse balk uit geschaafd worden met de verjonging er al in naar mastvoet en- top. Onderin wordt de mast vierkant 75 mm en in de top ongeveer rond 65 mm. De klauw van de gaffel bevindt zich op ongeveer 1350 mm onder de top en alleen de bovenste meter is vaak verjongd. Ook onderin houdt de mast vaak lang de volle dikte. Het middelste deel is vaak evenwijdig rond 88 mm; dit is het maximum voor een ronde mast op 1200 mm boven de mastbout. Het is wel even oppassen dat je nu al een goede referentie hebt waar deze lente maten zich bevinden want de mast heeft nu nog over-lengte. Zelf heb ik hiervoor de mast-bout al afgetekend en gecenterd want alle maten zijn hier aan gerelateerd en dit deel wordt niet meer geschaafd waardoor mijn referentie punt blijft staan.

Is de mast mooi haaks vierkant en op de gewenste manier verjongd dan moet afgetekend worden tot in hoeverre de hoeken er afgeschaafd moeten worden om tot een achthoekige mast te komen. Zie de Tabel onder dit verhaal voor de betreffende maten. Kijk bij het acht- en 16-kant schaven regelmatig langs de mast om te controleren of de hoeken van de vlakken mooi stroken.

Is de mast achtkant dan kun je aftekenen wat er bij de hoeken weg geschaafd moet worden om de mast 16 kant te maken en kun je ook deze delen wegschaven. Is de mast eenmaal 16 kant dan is het nog maar een heel klein stukje schaven en schuren naar rond, dit kun je op het gevoel schaven en schuren.

Bij de gaffel mag een glas-mat aangebracht worden met epoxy ter bescherming maar deze mag reglementair niet rondom! Laat dus aan de voorkant van de mast een centimeter of wat zonder glas-mat; hier komt de klauw toch niet. Zelf heb ik 160 gram/M^2 gebruikt en dit voldoet prima.

Dit gaat het gemakkelijkst als je de epoxy ter plaatse op de mast smeert en daar met de hand (deugdelijke handschoenen en andere beschermingsmiddelen, zie de waarschuwing in deze Plané!!) de glas-mat in drapeert. Zodra de epoxy goed begint te gellen kun je een tweede laag epoxy aanbrengen zodat je later niet zo snel in de mat schuurt.

Hierna is het een kwestie van de mast op lengte maken, mastbout gat boren, aflakken en beslag monteren.

 

Veel succes, Anne Halma, V 419

 anne

 

 

 

 

Toelichting voor het rondmaken en verjongen van de mast

Toelichting bij de tabel:cad

De eerste kolom geeft de diameter aan. Voor de diameter ter plaatse kun je nu in kolom –A- het deel vinden wat weg geschaafd gaat worden. In Kolom –B- Vindt je ter controle de lengte van de acht zijden die je dan overhoudt.

De volgende kolommen zijn van toepassing om naar 16 kant te schaven. In Kolom –C- vindt je weer de lengte van de weg te schaven zijde en in kolom –E- de lengte van de 16 kanten ter controle. In kolom –D- vindt je de te schaven diepte. Zoals je ziet is dit al niet heel veel meer pas dus op dat je niet te veel afschaaft!

Zie ook de schets voor de betreffende maten.


 

 

Dia A B   C D E
60 17,6 24,9   6,5 2,5 11,9
61 17,9 25,3   6,6 2,5 12,1
62 18,2 25,7   6,7 2,6 12,3
63 18,5 26,1   6,8 2,6 12,5
64 18,7 26,5   6,9 2,6 12,7
65 19,0 26,9   7,0 2,7 12,9
66 19,3 27,3   7,1 2,7 13,1
67 19,6 27,8   7,2 2,8 13,3
68 19,9 28,2   7,3 2,8 13,5
69 20,2 28,6   7,4 2,8 13,7
70 20,5 29,0   7,5 2,9 13,9
71 20,8 29,4   7,6 2,9 14,1
72 21,1 29,8   7,8 3,0 14,3
73 21,4 30,2   7,9 3,0 14,5
74 21,7 30,7   8,0 3,0 14,7
75 22,0 31,1   8,1 3,1 14,9
76 22,3 31,5   8,2 3,1 15,1
77 22,6 31,9   8,3 3,2 15,3
78 22,8 32,3   8,4 3,2 15,5
79 23,1 32,7   8,5 3,3 15,7
80 23,4 33,1   8,6 3,3 15,9
81 23,7 33,6   8,7 3,3 16,1
82 24,0 34,0   8,8 3,4 16,3
83 24,3 34,4   8,9 3,4 16,5
84 24,6 34,8   9,0 3,5 16,7
85 24,9 35,2   9,2 3,5 16,9
86 25,2 35,6   9,3 3,5 17,1
87 25,5 36,0   9,4 3,6 17,3
88 25,8 36,4   9,5 3,6 17,5
89 26,1 36,9   9,6 3,7 17,7
90 26,4 37,3   9,7 3,7 17,9
91 26,7 37,7   9,8 3,7 18,1
92 26,9 38,1   9,9 3,8 18,3
93 27,2 38,5   10,0 3,8 18,5
94 27,5 38,9   10,1 3,9 18,7
95 27,8 39,3   10,2 3,9 18,9
96 28,1 39,8   10,3 4,0 19,1
97 28,4 40,2   10,4 4,0 19,3
98 28,7 40,6   10,6 4,0 19,5
99 29,0 41,0   10,7 4,1 19,7
100 29,3 41,4   10,8 4,1 19,9

Oogsplitsen dyneema

oogsplitsVeel zeilers vervangen tegenwoordig hun oude stalen vallen voor dyneema. Een veelgestelde vraag die we krijgen is hoe men daar een goede oogsplits of iets dergelijks in kunnen maken. Het is lastig om een goede oogsplits te maken waarbij geen slip optreedt. Als je hem direct terugsplitst zul je zien dat hij slipt als de spanning op de draad minder wordt. Voorheen maakte ik een zogenaamde locking oogsplits door de hele draad door te lijn te halen wat erg veel werk is en niet mogelijk wanneer deze al ingeschoren is. Sinds ik de onderstaande video op de site van Marlow gezien heb gebruik ik echter een andere techtniek. Deze is een stuk handiger en kan toegepast worden op lijnen die al ingeschoren zijn of voorzien van kousen.

Meetformulier

MEETFORMULIER VRIJHEID

(De VKO is niet verantwoordelijk voor eventuele type- of andere fouten in deze lijst)

Bladzijde 1

Boot: .............. Eigenaar: ............. Datum: ..............

 

No Kv. Meetlijn

Waar-

de

Min.

(mm)

Max.

(mm)

ROMP

 

 

 

1 5 Lengte achterdek

 

932 952
2 10 Hart wantputtings uit achterkant spiegel

 

3005 3035
3 5 Voorkant mastkoker uit achterkant spiegel

 

3345 3375
4 10 Snijpunt voorlijk/dek uit achterkant spiegel

 

4860 4880
5 1 Lengte over alles (langs dek)

 

5387 5417
6 8 Hoogte mastbout boven dek

 

   290
7 8 Hoogte mastkoker boven dek

 

340 360
8 5 Hoogte waterkering boven dek

 

75 85
9 5

Binnenkant spiegel/bodem tot achterkant

wrang SP 1

 

180 200
10 5 Gangboordbreedte SP. 2 incl. kuiprand

 

252 272
11 5 Gangboordbreedte SP. 3 incl. kuiprand

 

277 297
12 5 Gangboordbreedte SP. 4 incl. kuiprand

 

297 317
13 5 Gangboordbreedte SP. 5 incl. kuiprand

 

312 332
14 5 Gangboordbreedte SP. 6 incl. kuiprand

 

342 362
15 5 Hoogte spiegel op HS

 

430 450
16 10 Snijpunt wanten/dek uit buitenkant huid

 

100
17 8 Voorkant mastkoker in mastspoor achter SP.7

 

15 65
18 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. spiegel

 

987 1013
19 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP. 1

 

1167 1193
20 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP. 2

 

1365 1391
21 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP. 3

 

1511 1537
22 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP. 4

 

1601 1627
23 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP. 5

 

1637 1663
24 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP. 6

 

1603 1629
25 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP. 7

 

1487 1513
26 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP. 8

 

1279 1305
27 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP. 9

 

961 987
28 5 Breedte op buitenkant huid t.p.v. SP.10

 

531 557
29 5 Basislijn tot spiegel dek

 

   150
30 5 Basislijn tot SP. 1   dek

 

     ‑
31 5 Basislijn tot SP. 2   dek

 

176 196
32 5 Basislijn tot SP. 2   kielbalk

 

627 653
33 5 Basislijn tot SP. 3   kielbalk

 

696 722
34 5 Basislijn tot SP. 4   kielbalk

 

748 774
35 5 Basislijn tot SP. 5   kielbalk

 

780 806
36 5 Basislijn tot SP. 6   kielbalk

 

796 822
37 5 Basislijn tot SP. 7   kielbalk

 

797 823
38 5 Basislijn tot SP. 7   dek

 

169 189
39 5 Basislijn tot steven

 

   150
40 5 Mallen stevenmal

 

‑5 +5
41 5 Mal SP. 2

 

   0 20
42 5 Mal sp. 5

 

   0 20
43 5 Mal sp. 9

 

   0 20

Blad 2     Boot:                           Datum:        

 

RONDHOUTEN, ROER en DRIJFVERMOGEN

 


No
Kv. Meetlijn

Waar-

de

Min.

(mm)

Max.

(mm)

44 8 Mast zeilgroef verboden: lengte incl. beslag

 

 

5000
Voet 75 * 75 op 1500 uit voet Æ 85 top Æ 50 0

 

 

 

Draagpunt spi‑val uit voorkant mast

 

150
45 8 Giek van achterkant mast tot eind

 

 

2550
Massief Æ 50 met zeilgroef 75 * 50

 

 

 

Zeilbev. Punt boven giek

 

 

30
46 8 Gaffel van zeilbev. punt tot eind

 

 

2750
Pijl

 

 

50

Massief Æ 50 verjongd tot Æ 35 met

zeilgroef 75 * 50

 

 

 

Zeilbev. punt onder gaffel

 

 

30

 

 

 

 

 

 

47 8 Spinnakerboom lengte incl. beslag (Æ 35)

 

 

1850
48 7

Roer galv. ijzer 4 volgens mal of

roestvrij staal of hout

 

 

 

49 12

Drijfvermogen totaal min. 200 liter, niet

onder vloeren, zodanig aangebracht dat de

boot in volgelopen toestand gelijklastig

blijft drijven

 

 

 

 

ZEILEN

 

 

 

50 9 Achterlijk grootzeil

 

5529 5700
51 9 Diagonaal

 

3589 3700
52 9 Voorlijk

 

2816 2950
52a 9 Breedte op halve hoogte

 

 

2150
52b 9 Breedte op driekwart hoogte

 

 

2230
53 9 Zeillatten             500 – 700 – 700 ‑ 500

 

 

 

54 9 Voorlijk Genua

 

4511 4650
55 9 Achterlijk

 

4365 4500
56 9 Onderlijk

 

2619 2700
57 9 Pijlhoogte

 

 

135
57a 9 Lengte zwaartelijn

 

 

4620
58 9 Voorlijk fok

 

4511 4650
59 9 Achterlijk

 

3977 4100
60 9 Onderlijk

 

1843 1900
61 9 Pijlhoogte

 

 

95
62 9 Spinnaker langs lijken

 

4268 4400
63 9 Middennaad

 

5529 5700
64 9 Breedte op halve hoogte

 

1125 1250
65 9 Breedte op driekwart hoogte

 

945 1050
66 9 Breedte voet

 

1017 1130

 

GEWICHTEN (in kilogram)

 

 

 

67 6 Gewicht droge romp incl. mastkoker

 

185

 

68 6 Gewicht loodballast

 

 

15
69 6 Gewicht totaal

 

185

 

70 7 Gewicht gietijzeren kiel

 

58 64

Klamp / Knie

Veel vrijheidjes die worden opgeknapt hebben dezelfde problemen. Een van de veel voorkomende problemen zijn de knieën ook wel klampen genoemd. Deze zitten op de overgang tussen het spant en de wrang. Vaak komt hier in de loop der tijd speling in. Dit komt door het uitzetten van het romphout en de beweging in de boot. De oude messing schroeven breken af enz. Zo zat er bij mij nota bene siliconen kit onder en na het weghalen van de lak zaten ze behoorlijk los. Dit alles komt de stijfheid van de boot niet ten goede.

De knieën bij spant 7, 6, 5 en 4 staan er om bekend vaak problemen te geven. De oplossing is vrij simpel. Haal ze er een voor een af zodat de boot zo stijf mogelijk blijft rijdens de reconstructie en maak nieuwe. Maximale maten staan beschreven in de klassenvoorschriften. Zet de nieuwe knieën vast met 2 componenten constructielijm en 4 á 6 RVS schroeven. Zorg dat deze niet op dezelfde plek worden geschroefd als de oude schroeven. Zet ze eventueel in de epoxy mocht de rest ook in de epoxy staan en lak vervolgens de boel weer netjes af met 2 componenten Uv werende lak.

Spinakerboom

eindbeslagEen spinnakerboom kun je eenvoudig zelf maken. Het belangrijkste is dat de boom niet te zwaar en voldoende stijf is. Dit kan bereikt worden door van vurenhout een boom te lamineren. Bijvoorbeeld door 7 lagen van elk 7 mm dik (totaal 35 mm), op een vlakke ondergrond, elkaar te lijmen.

Hout van geschikte afmetingen is bij de bouwmarkt te koop maar let er wel op dat je rechte houten delen zonder noesten of andere defecten koopt. Anders kan de boom gemakkelijk breken. Het lijmen kan met een PU bruislijm, Recosinol of epoxy.

Na het lamineren moet de boom in wording worden gevlakt en op de goede breedte (35 mm) worden gebracht. Ook moeten de hoeken worden afgerond met een straal van tenminste 10 mm, dit kan gemakkelijk met een bovenfrees. Zie ook de klasse voorschriften voor de voorgeschreven afmetingen.

De lengte inclusief beslag mag niet meer zijn dan 1850 mm. De uiteinden moeten worden pas gemaakt zodat het beslag mooi past. De boom hoeft niet verjongd te worden. Voor het beslag aan de uiteinden heb ik goede ervaring met het beslag

zadel

van Ronstan, dit kan gemakkelijk en snel aan boom en schoot geklikt worden.

Voor het oogje in het midden van de boom volstaat een RVS zadeltje dat met 2 M4 boutjes op de boom gemonteerd kan worden.

Schroeven houden niet erg goed in vuren, boutjes hebben daardoor mijn voorkeur. Om het spinnakerboom-oogje in te haken gebruik ik een Seasure "470" haakje.

TIP: Als je het bevestigingspunt aan de mast niet meer dan ca. 150 cm onder de masttop bevestigd kan dit dit de rijglijn niet in de weg.

Anne Halma

V419

seasure haakje

Giek & onderlijkstrekker

Sinds de klassenvoorschriften van 2006 is het toegestaan de giek tot 4 cm langer te maken (max. 2590 i.p.v. 2550 mm) en een zwarte band te voeren welke de maximale onderlijklengte van het grootzeil aangeeft. Dit is gedaan om gemakkelijker een onderlijkstrekker te kunnen maken. Dat is allemaal natuurlijk prachtig bedacht maar hoe maak je nou zoiets....

Ik hoop dat ik met dit verhaal één en ander kan verduidelijken. In dit verhaal staan niet de exacte afmetingen (de genoemde maten zijn indicatief en dienen tijdens het werk gecontroleerd te worden!). Maar met de beschrijving en de foto's moet je er wel uit kunnen komen.

Let verder ook op de in de klassenvoorschriften genoemde maten voor de giek!

Allereerst moet er natuurlijk een giek zijn of gemaakt worden... Laat ik er voor het gemak van uitgaan dat we vanaf nul moeten beginnen, de nieuwe giek zal immers langer zijn.

Giek maken

Ik heb dit gedaan door uit lagen twee delen, als het ware een SB en een BB helft, met een hoogte van maximaal 75 mm en een dikte van 25 mm elk te lijmen. Dit kan gewoon van "bouwmarkt" vurenhout. Hierbij moet je wel opletten dat het hout geen grote knoesten of andere defecten heeft en het niet heel erg krom is getrokken. Het lijmen kan met een PU bruislijm, Recosinol of epoxy. Zelf heb ik voor de giek tot nu toe alleen PU of Recosinol lijm toegepast. 
Als je gaat lamineren zorg dan voor enige overmaat zodat je na het schaven van de delen de gewenste afmetingen overhoud.

Na het op maat schaven van beide helften kan in elke helft een halve zeilgroef worden gefreesd. Deze helften kunnen vervolgens op elkaar gelijmd worden zodat een rechthoekige giek met zeilgroef ontstaat. Om aan de klasse voorschriften ten aanzien van de giekdoorsnede te voldoen moeten de hoeken van giek nu alleen nog afgerond worden met een minimale straal van 10 mm. Dit kan worden geschaafd of gefreesd.

image002Onderlijkstrekker/ Schoothoek beslag

Een goed werkend systeem voor de onderlijkverstelling kan worden gemaakt van een stuk messing mastrail en een metalen leuver. Dit heb ik voor het eerst voor, proefkonijn, V1113 gemaakt. Toen dit erg goed bleek te werken is dit ook voor de V419 toegepast.

Om de Rail in de giek te kunnen plaatsen moet er een "kamer" in het uiteinde van de giek, achterste ca. 15 cm, worden gefreesd. Deze kamer moet zo breed zijn dat de rail er mooi in past en zo diep, dat als het grootzeil met een harp op de leuver gezet wordt, dit qua hoogte mooi past op de schoothoek van het zeil. Ook moet een groef in het uiteinde voor het eindbeslag worden gemaakt, deze is ca. 2,5 cm diep. Voor de lengte van de rail volstaat ca. 12 cm, dit geeft een verstellengte van bijna 10 cm. De rail kan met een 3 á 4  M5 bouten in de giek worden bevestigd. Door met een grote speedboor het onderste deel van de gaten op te boren kunnen carrosserie ring en borgmoer goed worden verzonken. Dit is wel zo prettig voor het achterdek!

image004

Uit twee stukken aluminium hoeklijn 20x20x2 mm (dit kun je gewoon bij de bouwmarkt halen), elk ca. 7,5 cm lang, kan het eindbeslag gemaakt worden. Zie de foto's voor het model. Met twee M4 boutjes kunnen de 16 mm Harken Micro schijfjes geplaatst worden tussen de hoeklijnen. Hart op hart, maat is dan ca. 60 mm afhankelijk van de giekhoogte. Zaag de hoeklijn en giek zodanig dat het beslag  mooi op de achterkant van de giek past, niet boven de giek uitsteekt en de lengte van de giek achter het grootzeil zo klein mogelijk is anders kan de spi-schoot hier gemakkelijk op blijven hangen.

Als het beslag klaar is kan dit met een aantal schroeven op de achterkant van de giek worden gemonteerd.

Tip: plaats eerst de leuver compleet met harp!

Nogmaals het eindbeslag

Nogmaals het eindbeslag

Het eindbeslag met 2, 16 mm, Harken schijfjesAan de leuver of de schoothoek kan nu een lijntje worden bevestigd dat over de twee schijfjes en daarna langs de onderzijde van de giek loopt. Hier kun je dan met bijvoorbeeld een 4:1 talie het onderlijk mee trimmen. Ik heb deze talie aan het halstalie oog op mijn giekbeslag bevestigd en de klem op een beugel aan de onderkant van de giek gemonteerd. Dan kun je er van alle kanten altijd goed bij. Door achter de klem ongeveer ter hoogte van het aangrijpingspunt van de neerhaler nog een katrolletje op een beugel te plaatsen kun je bovendien de onderlijkstrekker altijd door de klem aantrekken.

De beugel onder de klem kun je bijvoorbeeld van Aluminium of RVS maken.

Het gemonteerde eindbeslag

Het gemonteerde eindbeslag

Bevestiging van Schoot en neerhaler

Je kunt hiervoor allerhande RVS beugels kopen bij de watersport winkel maar ik heb bij mijn vorige giek deze al eens stuk getrokken en heb toen een noodreparatie gedaan die me eigenlijk heel goed is bevallen...

Voor de bevestiging van giek en neerhouder kun je gaten in je giek boren, hoogte net onder de zeilgroef en deze met een verzinkboortje van een schuine kant voorzien. Als je hierdoor, met een stukje dynema, een lus maakt kan hier prima de schoot of neerhaler aan worden gemonteerd.

Lummelbeslag

Hiervoor is allerhande beslag te koop. Ik zal er hier niet op in gaan hoe dit gemonteerd moet worden omdat dit per type kan verschillen. Wel ben ik voorstander van het doorbouten van dit beslag omdat er, door met name de neerhaler, veel kracht op kan komen te staan. Bij ouder beslag moet de bevestiging soms in de giek worden ingelaten. De giek is hierdoor wel wat kwetsbaarder voor splijten. Als je kunt kiezen is een beslag wat tegen de zijkant van de giek past en niet ingelaten hoeft te worden verreweg het beste.

Foto lummelbeslag, talie met klem en extra blokje voor onderlijk verstelling onder de giek (N.B. extra klemmetje met rode lijntje aan zijkant giek kan worden gebruikt voor cunningham hole of inhaul) Ook is op de foto neerhaler bevestiging door middel van een blauw dyna-one lijntje zichtbaar.

Foto lummelbeslag, talie met klem en extra blokje voor onderlijk verstelling onder de giek (N.B. extra klemmetje met rode lijntje aan zijkant giek kan worden gebruikt voor cunningham hole of inhaul) Ook is op de foto neerhaler bevestiging door middel van een blauw dyna-one lijntje zichtbaar.

Let er bij het monteren van het lummelbeslag op dat de totale lengte van de giek en de uiterste maat naar de zwarte band vanaf de achterzijde van de mast, dus inclusief de mastrail, gemeten worden!

N.B. de klassenvoorschriften van versie maart 2009 schrijven tevens een stopper voor. Deze kan eenvoudig worden gemaakt door een (laag) beugeltje of RVS plaatje over de bovenzijde van de giek te schroeven zodat het strekken van het grootzeil gelimiteerd wordt. Deze is op de foto's (2008) nog niet aangebracht!

Giekdoorsneden volgens klassenvoorschrift. Let op de afrondingsstraal. Deze dient tenminste 10 mm te zijn.

Giekdoorsneden volgens klassenvoorschrift. Let op de afrondingsstraal. Deze dient tenminste 10 mm te zijn.

 

Anne Halma

V419

Meer artikelen...